Na gedane arbeid in de tuin was het vandaag eens tijd om op pad te gaan. Ook vandaag was het weer een prachtige mooie en zonnige lentedag. Mijn doel was, de Peel bij Griendtsveen, waar een hele mooie wandelroute ligt die begint aan de Helenavaart. Tenminste, die wandelroute die er altijd geweest is, waar ik al kwam toen ik nog klein was en waar we ’s winters gingen schaatsen op de vaarten.
Bij aankomst was de parkeerplaats afgesloten en het brugje over de Helenavaart verdwenen. Nou, dan rijden we maar een stukje verder en gaan we wandelen in de Mariapeel, ook heel mooi. Gelukkig tref ik op de parkeerplaat iemand van Staatsbosbeheer en die man wist me te vertellen dat de wandelroute bij Griendtsveen opgeheven is. Daarvoor in de plaats is een andere wandelroute aan de andere kant van Griendtsveen gekomen. Jammer, heel jammer want juist die wandelroute was de mooiste van alle routes die er zijn in de Peel. Helaas trof ik het in de Mariapeel ook niet, de grote wandelroute was afgezet, van half maart tot half april ivm de komst van jonge geitjes en de daarbij behorende Q-koorts, ook al is die nog nooit bij een geit in de Mariapeel aangetroffen en de geiten zijn trouwens ook allemaal ingeënt. Terwijl ik sta te praten met die man krijgen we bezoek van witte kwikstaartjes.
Dat we absoluut geen droge tijd achter de rug hebben is ook hier goed te merken, het smalle pad langs het ven is eigenlijk niet te lopen dus maar naar het grote pad. Meeuwen zitten er genoeg in de Mariapeel, in het begin best wel leuk al dat gekrijs maar na een half uur heb je het wel gehad. In het ven ook de nodige ganzen, de één dobbert rustig genietend op het water, de ander zoekt ruzie met een soortgenoot, wat gepaard gaat met het nodige kabaal. En met al die herrie valt het voor andere vogeltjes niet mee om daar bovenuit te komen, ook al doe je zo je best. En toch had ik hem gehoord en toen ik hem gevonden had, bleek ie aardig dichtbij te zitten, totdat ik mijn camera pakte en hij een stukje verderop, niet meer zo mooi in het zicht, in een berk ging zitten, de Rietgors.
Op het waterspul na was het met de vogels zielig gesteld. Na de rietgors nog een, ik denk blauwe kiek vrouw gezien en dat was het, totdat ik bij een bankje aankwam en even ging zitten. Daar kon ik genieten van een eenzame roodborsttapuit, die van boompje naar boompje vloog maar redelijk dichtbij bleef. Meneer had het grootste woord maar voor wie was me een raadsel, in zag of hoorde verder niemand.
Zoals al eerder gezegd was het behoorlijk nat en de slootjes langs het wandelpad waren goed gevuld met water en in dat water genoeg leven, alleen als ze je aan zien komen duiken ze snel onder, maar gelukkig niet allemaal. Zeker ben ik er niet van maar denk dat dit de heikikker is.
Het is lente en dat zie je , waar je ook kijkt, alles begint uit te lopen of staat in bloei.
Terug bij de parkeerplaat hoor ik iets vreemds, maar kan het geluid niet thuisbrengen. Ik kijk rond en kan niets vinden, totdat ik naar de auto van de man van staatsbosbeheer kijk want daar bewoog iets. De kwikstaart die ik aan het begin zag was een spelletje met zichzelf en de buitenspiegel aan het spelen.
Na de wandeling op weg naar Deurne kwam ik deze knobbelzwaan tegen in de Helenavaart. De auto even aan de kant gezet, uitgestapt en camera gepakt en terwijl ik naar het water loop komt zwaan naar me toe gezwommen. Nu heb ik het niet zo op zwanen, ik ben daar een beetje voorzichtig mee want ik weet dat ze heel hard kunnen bijten.
Zwaan keek me eens aan, dacht er het zijne van en zwom vrolijk verder.
Op de terugweg heb ik maar een ommetje gemaakt, een ommetje via de Mortel. Nu is daar niet heel veel te zien met broedende valken maar altijd nog 5 jonge nijlgansjes en jong spul is en blijft altijd lief en mooi